Achtergrond: Acute bergziekte komt vaak voor bij reizen naar grote hoogten. Hoewel eerdere studies van ibuprofen werkzaamheid hebben aangetoond voor de preventie van acute bergziekte, zijn de aanbevelingen beperkt, aangezien ibuprofen tot deze studie niet direct met acetazolamide is vergeleken.,
methoden: voor hun beklimming tot 3810 m op White Mountain in Californië, werden volwassen vrijwilligers gerandomiseerd naar ibuprofen (600 mg, 3 maal daags, gestart 4 uur voor de beklimming), of naar acetazolamide (125 mg, tweemaal daags, gestart de nacht voor de beklimming). De belangrijkste uitkomstmaat was de incidentie van acute bergziekte, met behulp van de Lake Louise Questionnaire (LLQ), met een score van >3 met hoofdpijn. De slaapkwaliteit en de ernst van hoofdpijn werden gemeten met de Groningen Sleep Quality Survey (Gsqs). Dit onderzoek werd geregistreerd op ClinicalTrials.,gov: NCT03154645 resultaten: tweeennegentig deelnemers voltooiden de studie: 45 (49%) met ibuprofen en 47 (51%) met acetazolamide. De totale incidentie van acute bergziekte was 56,5%, waarbij de incidentie voor de ibuprofen-groep 11% hoger was dan die voor acetazolamide, waarbij de vooraf vastgestelde non-inferioriteitsmarge van 26% werd overschreden (62,2% vs 51,1%; 95% betrouwbaarheidsinterval , -11,1 tot 33,5). Er werd geen verschil gevonden in de totale LLQ-scores of subgroepsymptomen tussen geneesmiddelen (P=.8). De GSQ ‘ s correleerden met LLQ slaap (r = 0,77; 95% BI, 0,67-0,84)=%., De acetazolamidegroep had een hogere perifere capillaire zuurstofverzadiging dan de ibuprofengroep (88,5% Versus 85,6%; P=.001).
conclusie: Ibuprofen was iets inferieur aan acetazolamide voor de preventie van acute bergziekte en dient niet te worden aanbevolen boven acetazolamide voor een snelle stijging. De gemiddelde symptomen en ernst waren vergelijkbaar tussen de geneesmiddelen, wat wijst op preventie van ziekte.