doelstelling: de beschikbare kennis over veroudering en dehydratie vertalen naar de belangrijkste boodschappen voor de klinische praktijk.
belangrijkste punten: ouderen zijn gevoeliger voor dehydratie dan jongeren. Dit is deels te wijten aan een gebrek aan dorstgevoel en veranderingen in de water-en natriumbalans die van nature optreden als mensen ouder worden., Het is ook tot op zekere hoogte toe te schrijven aan het feit dat ouderen, zowel thuiswonenden als instellingen, vaak verschillende handicaps, handicaps en/of handicaps (comorbiditeit) hebben. Ze hebben ook de neiging om tal van drugs en medicijnen te gebruiken voor deze ziekten (polyfarmacie). Multimorbiditeit en polyfarmacie drukken vaak de normale leeftijdsgebonden fysiologische veranderingen in de water-en natriumbalans op en verhogen daardoor het risico van uitdroging bij ouderen,vooral bij bijkomende infecties of warm weer., Ouderen, of ze nu op zichzelf wonen of in een instelling, en vooral ouderen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen vanwege cognitieve, zintuiglijke, motorische en/of ADL beperkingen, hebben extra hulp nodig om gehydrateerd te blijven. De belangrijkste strategie is er simpelweg op toe te zien dat ouderen voldoende drinken (minstens 1,7 liter per 24 uur). Aanvullende strategieën zijn onder meer het te allen tijde gemakkelijk beschikbaar en toegankelijk maken van gezonde dranken en water en het eraan herinneren en aanmoedigen van ouderen om deze vloeistoffen te consumeren., Ouderen moeten niet worden aangemoedigd om grote hoeveelheden vloeistoffen in een keer te consumeren, maar eerder kleine hoeveelheden gedurende de dag. Wanneer de aanbevolen vloeistofopname om welke reden dan ook niet kan worden gerealiseerd, kunnen vloeistoffen worden toegediend via een katheter of door hypodermoclyse. In meer specifieke en ernstige gevallen, vloeistoffen kunnen intraveneus worden toegediend.
conclusie: de preventie, signalering en behandeling van dehydratie bij ouderen is een belangrijke multidisciplinaire inspanning., Formele en informele zorgverleners moeten voortdurend op de hoogte zijn van de risicofactoren en tekenen van uitdroging bij ouderen, vooral tijdens periodes van zeer warm weer en wanneer ouderen ziek zijn. Standaard professionele zorg voor patiënten met een hoog risico is noodzakelijk.