11 Toen zei de Heer tot Mozes, 12 “spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: ‘als de vrouw van een man afdwaalt en hem ontrouw is 13, zodat een andere man seksuele relaties met haar heeft, en dit is verborgen voor haar man en haar onzuiverheid is onopgemerkt (aangezien er geen getuigenis tegen haar is en zij is niet betrapt), 14 en als gevoelens van jaloezie over haar man komen en hij vermoedt zijn vrouw en zij is onzuiver—of als hij jaloers en verdenkt haar ook al is ze niet onzuiver— 15 dan moet hij zijn vrouw naar de priester brengen., Hij moet ook een offerande van een tiende Efa gerstebloem voor haar nemen. Hij mag er geen olijfolie op gieten of er reukwerk op doen, want het is een spijsoffer tot jaloersheid, een herinneringsoffer om de aandacht te vestigen op het onrecht. 16 en de priester zal haar brengen, en zal haar voor het aangezicht des HEEREN stellen. 17 daarna zal Hij heilig water nemen in een kruik van klei, en stof van den vloer des tabernakels in het water doen., 18 als de priester die vrouw voor het aangezicht des HEEREN gesteld zal hebben, zo zal hij haar haar losmaken, en op haar handen leggen het herinneringsoffer, het spijsoffer ten ijver, terwijl hij zelf het bittere water houdt, dat den vloek brengt. 19 en de priester zal die vrouw onder ede zetten, en tot haar zeggen: Indien geen ander man met u seksuele omgang heeft gehad, en gij niet afgedwaald zijt, en onrein geworden zijt, terwijl gij met uw man getrouwd zijt, dat dit bitter water, dat een vloek brengt, u geen kwaad doe., 20 Maar indien gij afgedwaald zijt, terwijl gij met uw man getrouwd zijt, en gij u onrein maakt, door seksuele omgang met een andere man dan met uw man” – 21 hier zal de priester de vrouw onder dezen vloek stellen— ” moge de HEERE u tot een vloek maken onder uw volk, wanneer hij uw buik doet bezwijken en uw buik zwelt. 22 dit water, dat een vloek brengt, zal in uw lichaam ingaan, dat uw buik zwelt, of dat uw buik misloopt. Dan moet de vrouw zeggen: Amen. Het zij zo. 23 de priester zal deze vloeken op een boekrol schrijven en ze daarna in het bittere water wassen., 24 en hij zal de vrouw het bittere water, dat een vloek brengt, te drinken geven; en dit water, dat een vloek brengt, en bitter lijden veroorzaakt, zal in haar ingaan. 25 en de priester zal het spijsoffer ten ijver van haar handen nemen, en het voor het aangezicht des HEEREN bewegen, en het op het altaar brengen. 26 en de priester zal een handvol van het spijsoffer nemen, ten gedenkoffer, en aansteken op het altaar; daarna zal hij de vrouw het water te drinken geven., 27 indien zij zich onrein gemaakt heeft, en haar man ontrouw geweest is, zo zal het gevolg zijn: wanneer zij te drinken zal gegeven worden het water, dat vloekt, en bitter lijden veroorzaakt, zo zal het in haar ingaan, en haar buik zal opzwellen, en haar buik zal bezwijken, en zij zal tot een vloek worden. 28 Maar indien de vrouw zich niet onrein heeft gemaakt, maar rein is, zo zal zij van schuld gezuiverd worden, en kinderen kunnen krijgen., 29 Dit is dan de wet der ijver, wanneer een vrouw dwaalt, en zich onrein maakt, terwijl zij met haar man getrouwd is, 30 of wanneer een man ijverig wordt, omdat hij zijn vrouw verdenkt. De priester moet haar voor de Heer laten staan en deze hele wet op haar toepassen. 31 de man zal onschuldig zijn van enige misdaad, maar de vrouw zal de gevolgen van haar zonde dragen.’ ”
Yakaranda
Magazine