Allosaurus, (genus Allosaurus), subsumes Antrodemus, grote vleesetende dinosaurussen die 150 miljoen tot 144 miljoen jaar geleden leefden tijdens de Late Jura periode; ze zijn het best bekend van fossielen gevonden in het westen van de Verenigde Staten, met name uit de Cleveland-Lloyd Quarry in Utah en de Garden Park Quarry in Colorado.,

Allosaurus woog twee ton en groeide uit tot 10,5 meter lang, hoewel fossielen erop wijzen dat sommige individuen 12 meter hadden kunnen bereiken., De helft van de lichaamslengte bestond uit een goed ontwikkelde staart, en Allosaurus was, net als alle theropode dinosaurussen, een tweevoeter. Het had zeer sterke achterpoten en een massief bekken met sterk naar voren- (anteriorly) en naar achteren- (posteriorly) gerichte uitsteeksels. De voorpoten waren aanzienlijk kleiner dan de achterpoten, maar niet zo klein als die van tyrannosaurussen. De voorpoten hadden drie vingers eindigend in scherpe klauwen en werden waarschijnlijk gebruikt voor het grijpen.,

De allosaurusschedel onderscheidt zich door een grote geruwde rand vlak voor het oog. De schedel was groot en had aanzienlijke zijdelings samengeperste tanden, die scherp en gekromd waren. Allosaurus aasde waarschijnlijk op ornithische dinosaurussen, kleine sauropoden dinosaurussen, en alles wat hij kon vangen en doden., Het is mogelijk dat Allosaurus ook een aaseter was, die zich voedde met kadavers van dode of stervende dieren.

De naam Allosaurus subsumes Antrodemus, die eerder genoemd werd, maar alleen gebaseerd was op een niet-diagnostische staartwervel. Afstammelingen van Allosaurus leefden van 144 miljoen tot 135 miljoen jaar geleden, tijdens het vroege Krijt, en zijn bekend van fossielen gevonden in Noord-Amerika, Afrika en Australië.